Emotioneel werk in het slachthuis: “Geen relatie met het dier” – studie verklaart de emotionele neutraliteit tijdens het slachten

Werken in slachthuizen brengt een enorme emotionele last met zich mee. Voedingsdeskundige Uwe Knop legt uit hoe werknemers deze uitdaging overwinnen.
Slachthuizen zijn een essentieel onderdeel van de vleesproductie, maar het werk dat daar wordt gedaan, staat ver af van de dagelijkse realiteit van de meeste mensen. Terwijl vlees voor velen een product is dat in de koeling ligt, staan slachthuismedewerkers voor een bijzondere uitdaging: zij moeten iedere dag dieren doden zonder dat ze worden beïnvloed door emoties als medelijden of spijt.
Maar hoe bereiken ze deze ‘emotionele neutraliteit’? Een nieuw onderzoek van de Technische Universiteit Dortmund heeft nu de "innerlijke wereld van het slachthuiswerk" onderzocht en laat zien welke strategieën werknemers gebruiken om hun emoties te beheersen en van het slachten een routine te maken.
Uit een kwalitatieve inhoudsanalyse van interviews met slachters kwamen verschillende technieken van emotioneel werk naar voren die werknemers helpen om ‘emotionele neutraliteit’ te behouden ten opzichte van het slachten van dieren. Daartoe behoorde met name het bewaren van emotionele afstand tot de geslachte dieren. De ondervraagde slachters bereikten dit door te voorkomen dat ze een persoonlijke relatie met individuele dieren opbouwden en door hun aandacht te richten op de minder emotioneel belastende aspecten van het werk.
Bovendien werden slachtdieren gezien als ‘ hulpbronnen ’ en het doden werd gelegitimeerd door het feit dat, volgens de geïnterviewden, de dieren in het slachthuis op een ‘humane manier’ werden behandeld. Omdat deze mechanismen van 'emotionele arbeid' zelden bewust worden waargenomen, maar zich afspelen onder het alledaagse waarnemen, kunnen de slagers hun werk doen en zo elke dag in de supermarkten schnitzels en biefstukken aanbieden.
Uwe Knop, geboren in 1972, is een gediplomeerd voedingsdeskundige, auteur en spreker voor lezingen bij beroepsverenigingen, bedrijven en medische opleidingen.
Ook al lezen we vaak dat "schnitzels, hamburgers en salami ons ziek, dom en dement maken". Het moet dus duidelijk gezegd worden: niemand weet of vlees ongezond is.
Het kan niet vaak genoeg worden herhaald: alle onderzoeken naar voeding zijn zeer zwakke observationele onderzoeken, die altijd gebaseerd zijn op de oncontroleerbare zelfrapportages van de deelnemers. En dit soort onderzoek kan alleen hypothesen genereren, maar geen bewijs leveren - omdat observationele studies alleen vage correlaties (banale statische verbanden) aantonen, maar geen causaal bewijs (oorzaak-gevolgrelaties). Een goed voorbeeld is de nieuwe studie die "Dementie door Vlees" overbrengt - hier kunt u lezen wat er werkelijk achter deze studie zit
Nee. Er zijn genoeg andere voedingsmiddelen die je gezond kunt eten. Maar niemand weet of onthouding gezonder maakt. Tegenwoordig ligt de focus meer op ethische vragen, omdat de discussies over vleesvrije diëten emotioneel van aard zijn. Het gaat tenslotte om leven of dood.
Maar bij de slager is dit elementaire aspect van het doden niet meer aanwezig. Stel jezelf de vraag: Zou jij het dier in de ogen kunnen kijken, het kunnen doden en het vervolgens opeten?
Deze filosofische voedingsvraag kan op verschillende niveaus uitgebreid besproken worden. Nadat u dit artikel gelezen heeft, kunt u het gedachtenexperiment zelf uitvoeren.
" EINDELIJK GOED ETEN " Geniet eerlijk met een zuiver geweten - Vertrouw op je ETHIEK & INTUÏTIE door Uwe Knop
Dit artikel is afkomstig van de EXPERTS Circle , een netwerk van geselecteerde experts met diepgaande kennis en jarenlange ervaring. De inhoud is gebaseerd op individuele beoordelingen en afgestemd op de actuele stand van de wetenschap en de praktijk.
FOCUS